Voor wie alles wil weten over dit financieringsmechanisme dat onmisbaar is gebleken voor de ontwikkeling van een cultuurindustrie in België...
Artikel 194ter dat de wettelijke principes van het audiovisuele Tax Shelter-mechanisme vastlegt, verscheen in 2002 in het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (WIB92) en viert dus zijn 20e verjaardag!
De wettekst heeft in de loop der jaren wel wat wijzigingen ondergaan. De laatste in de rij dateert van 15 juli 2022 en legt de nieuwe maxima op voor de ‘administratieve’ productie-uitgaven die via het mechanisme (zie hierboven) gefinancierd mogen worden. Na de grote herziening van 2014, geconcretiseerd door de wet van 12 mei 2014 en van kracht geworden op 1 januari 2015, is de Tax Shelter op kruissnelheid gekomen, niettegenstaande de turbulentie als gevolg van de gezondheidscrisis. Elk jaar leidt het mechanisme tot het ophalen van 200 miljoen euro bij Belgische ondernemingen van allerhande omvang en genereert het bijna het dubbele aan in België belaste productie-uitgaven.
SCOPE Invest is een Tax Shelter-pionier van het eerste uur en de bevoorrechte partner van de investeerders. De onderneming heeft bijgedragen tot de financiering van ruim 250 films die geheel of gedeeltelijk in België geproduceerd werden. Wie konden we beter interviewen om de grote werkingsprincipes in herinnering te brengen van dit mechanisme dat bij de ondernemingen en zelfs bij de cijferberoepen soms nog niet bekend is?
Laatste wijziging : 26.04.2023
Het basisprincipe achter de Tax Shelter berust op de mogelijkheid voor ondernemingen die in België aan de VenB onderworpen zijn, om een gedeelte van hun belastingen om te zetten in een investering in de financiering van een audiovisuele productie.
Dat genereert dan in hoofde van de investeerder een belastingbesparing die hoger ligt dan de investering. Het fiscale rendement van dit eerste gedeelte van de operatie bedraagt precies 5,25% van het geïnvesteerde bedrag.
In de praktijk wordt het in de Tax Shelter geïnvesteerde bedrag vermenigvuldigd met een coëfficiënt die gekoppeld is aan het standaard belastingtarief. Die coëfficiënt is door artikel 194ter bepaald op 421% voor het hele belastbare tijdperk waarin het standaard belastingtarief 25% bedraagt.
Voor een investering van 100 in de Tax Shelter bedraagt de belastingbesparing dus 105,25.
Laatste wijziging : 26.04.2023
Naast het fiscale gedeelte omvat de operatie ook een ‘financieel’ gedeelte. Artikel 194ter stelt de producenten immers in staat om de investeerders te vergoeden door de uitbetaling van een financiële premie. Die betaling volgt uiterlijk 18 maanden nadat de producent op zijn rekening de fondsen van de investeerder heeft ontvangen.
De maximale financiële premie die betaald mag worden wordt om het half jaar vastgesteld op basis van het gemiddelde van het Euribor-rentetarief 12 maanden van het voorbije halfjaar. Momenteel, en sinds het optrekken van dat tarief op 31 december 2022, bedraagt het maximale bijkomende rendement dat aan de investeerder uitbetaald mag worden bruto 10,25% (omgerekend netto 7,69% ).
In het totaal komt de nettowinst van de verrichting dus op 12,94% van het geïnvesteerde bedrag.
Laatste wijziging : 26.04.2023
Het mechanisme van de Tax Shelter is toegankelijk voor elke onderneming die winstgevend is en haar fiscale rekening wil beperken. Het is echter niet mogelijk om via dit mechanisme de hele belasting weg te werken. De wet legt wat dat betreft immers een dubbele limiet op:
• jaarlijkse mag maximaal € 1.000.000 winst vrijgesteld worden
• maximaal 50% van de reservebeweging die tijdens het aanslagjaar belast wordt kan langs deze weg worden vrijgesteld
In de praktijk ligt het maximumbedrag dat elk jaar geïnvesteerd kan worden in de Tax Shelter op € 237.529 (1.000.000/421%). Uiteraard is dit alleen van toepassing voor de grootste ondernemingen.
De gemiddelde investering in de Tax Shelter ligt rond de € 50.000.
In ruil voor die inbreng moet de producent in België belaste uitgaven verrichten.
De Belgische staat kent dit ‘fiscaal cadeau’ toe, zowel aan de investeerders (belastingvermindering) als aan de producenten (voor wie dit een essentiële financieringsbron is van hun werk). De return op de investering is gekoppeld aan deze belangrijke tegenprestatie: elke euro die in het kader van de Tax Shelter wordt opgehaald moet verantwoord worden door een productie-uitgave voor een bedrag van € 1,87, dus bijna het dubbele.
Om in aanmerking te komen voor de Tax Shelter moet zo’n uitgave bovendien aan bepaalde criteria voldoen, waarvan het belangrijkste het aspect ‘Belgisch’ is. Een ‘Belgische’ uitgave in de zin van de Tax Shelter is een uitgave die in België belast wordt.
Laatste wijziging : 26.04.2023
De totaliteit van de sommen die via het Tax Shelter-mechanisme worden opgehaald wordt door de producent die belast is met de fondsen toegewezen aan de uitgaven met het oog op het werk waarvoor ze werden ingezameld.
Overigens mag de financiering van het budget van een film maar voor een gedeelte gebeuren met fondsen die van het Tax Shelter-mechanisme afkomstig zijn. De maximale bijdrage via dit systeem is vastgesteld op 50%.
Overigens dient dat uitgavenbedrag opgesplitst te worden in uitgaven die rechtstreeks verband houden met de productie (70%) en de administratieve (of indirecte) uitgaven, die beperkt zijn tot 30%.
Laatste wijziging : 26.04.2023
Aan welke concrete activiteiten of posten worden die bedragen toegewezen? Uitgaven die in aanmerking komen als ‘rechtstreeks’ hebben betrekking op de creatieve en technische productie van het in aanmerking komende werk. Ze omvatten bijvoorbeeld de kosten voor de artistieke rechten, lonen en vergoedingen van personeel en dienstverleners, de kosten voor de betaling van de acteurs, muzikanten en andere artistieke functies, de bijbehorende sociale bijdragen, de uitgaven voor het decor, de kostuums en de rekwisieten, logistieke kosten (vervoer, logies) en verzekeringen, kosten voor materieel, technische middelen en laboratoriumkosten, uitgaven die meer in het algemeen samenhangen met editing en promotie en de vergoedingen van de productiemanager, de coördinator van de postproductie en de line producer.
Het kleinere gedeelte (maximum 30%) omvat de indirecte uitgaven. Die houden geen rechtstreeks verband met de productie maar hebben betrekking op de administratieve en financiële organisatie van de audiovisuele productie, de financiële kosten en de commissies die betaald worden in het kader van het rekruteren van de ondernemingen die een raamovereenkomst sluiten, de kosten van juridische aard en de representatiekosten inherent aan de financiering van het werk, de meeste facturen afkomstig van de investeerder alsook de distributiekosten voor de productiemaatschappij.
Laatste wijziging : 26.04.2023
Hoe verloopt de procedure? SCOPE vergemakkelijk het administratieve beheer en de follow-up. De procedure verloopt in vier afzonderlijke stappen. In het jaar van de vrijstelling ondertekenen de investeerder en de producent een raamovereenkomst (D) die het geïnvesteerde bedrag vermeldt en de titel van het gekozen audiovisuele werk. De overeenkomst wordt verstuurd naar de FOD Financiën tijdens de maand volgend op de overeenkomst (D+1). Het bedrag van de investering wordt binnen de drie maanden na de ondertekening van de raamovereenkomst (D+3) door de investeerder betaald, waarna deze kan overgaan tot de voorlopige vrijstelling van zijn belastbare winst. De betaling van de intresten vindt plaats op het moment van het uitreiken van het fiscale attest en uiterlijk achttien maanden na de datum van de storting (D+21). De voorlopige vrijstelling wordt definitief wanneer de FOD Financiën het fiscale attest aflevert, zodra de controle op de uitgaven voor de film is uitgevoerd en gevalideerd door de cel die gespecialiseerd is in die controle en in het afleveren van de fiscale attesten.
Laatste wijziging : 26.04.2023
Voor rechtspersonen die gebruik kunnen maken van het verminderde belastingtarief op de eerste schijf van € 100.000 winst, kan het globale voordeel over de looptijd van de operatie negatief zijn, tot -10,26%.
Alvorens welke investeringsbeslissing dan ook te nemen doet elke investeerder er goed aan om samen met zijn gebruikelijke fiscaal adviseur de specifieke situatie te onderzoeken.
Laatste wijziging : 26.04.2023